
43
Foto leerprogramma
2. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de instelling die u wilt veranderen en druk
daarna op [SET] (instellen).
Hierdoor wordt één van de iconen van het controlepaneel geselecteerd en
worden de instellingen getoond.*
3. Verander d.m.v. [8] en [2] de gewenste
instelling.
4. Druk op [SET] (instellen) nadat de instelling
naar wens ingesteld is.
Hierdoor wordt de instelling toegepast en
teruggekeerd naar de OPNAME modus.
• U kunt ook de in-beeld menu’s gebruiken om instellingen anders dan de hierboven
vermelde (pagina 98) te configureren.
Gebruiken van het controlepaneel
Het controlepaneel kan gebruikt worden om de
instellingen van de camera te configureren.
1. Druk tijdens de OPNAME modus op [SET]
(instellen).
• U kunt het controlepaneel tonen door te drukken
op [2].
Zelfontspanner (pagina 45)
Witbalans (pagina 46)
Scherpstelling (pagina 48)
ISO gevoeligheid (pagina 51)
Schminkniveau (pagina 52)
EV verschuiving (pagina 53)
Flitser (pagina 54)
Meten (pagina 56)
* Welke items weergegeven worden in het controlepaneel hangt af van de
opnamemodus.
[SET]
(instellen)
[8] [2] [4] [6]
B
Komentarze do niniejszej Instrukcji