
11
Het beeldscherm maakt gebruik van verschillende indicators, iconen en waarden om
u op de hoogte te houden van de status van de camera.
• De voorbeeldschermen in dit hoofdstuk zijn bedoeld om de plaats van alle
indicators en cijfers te tonen die op het beeldscherm kunnen verschijnen tijdens de
verschillende functies. Ze stellen niet de schermen voor die in feite bij de camera
verschijnen.
. Foto opname
Inhoud van het beeldscherm
1
Resterende capaciteit van het
fotogeheugen (pagina 167)
2
Resterende capaciteit van het
filmgeheugen (pagina 50)
3
Quick Modus (pagina 135)
4
Opnamemodus (pagina 25)
5
Witbalansinstelling (pagina 78)
6
Doorlopende sluitermodus
(pagina 66)
7
Zoom SR Kwaliteitsindicator
(pagina’s 48, 74)
8
Meetfunctie (pagina 169)
9
Fotobeeldformaat (pagina 34)
bk
Fotobeeldkwaliteit (pagina 74)
bl
Filmbeeldkwaliteit (pagina 37)
bm
Flitser (pagina 38)
bn
Scherpstelling (pagina 40)
bo
Automatisch scherpstelgebied (pagina 43)
bp
Zelfontspanner (pagina 45)
bq
Gezichtsdetectie/Schmink/Landschap
(pagina’s 46, 75, 76)
br
Datum/tijd (pagina 138)
bs
Sluitertijd
bt
Belichtingscompensatie (pagina 77)
ck
Lensopeningwaarde
cl
ISO gevoeligheid (pagina 79)
cm
Tijdstempel indicator (pagina 138)
cn
Lege accu indicator (pagina 18)
co
Scherpstelkader (pagina’s 26, 44)
cp
Anti Shake (pagina 65)
cq
Automatische Sluiter (pagina 69)
LET OP
• De instelling wordt oranje wanneer de sluitertoets halverwege ingedrukt wordt
terwijl de lensopening, de sluitertijd, de ISO gevoeligheid of de automatische
belichting niet correct is.
56789
bk
cn
cq
cp
co
bl
bm
bn
bo
bp
bq
brbsbtckclcm
1324
Komentarze do niniejszej Instrukcji