
43
Foto leerprogramma
1. Druk tijdens de OPNAME modus op [SET] (instellen).
2. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de vijfde optie van boven in het
controlepaneel (AF Gebied).
3. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de gewenste instelling en druk daarna op
[SET] (instellen).
4. Richt de camera op het onderwerp en druk de sluitertoets halverwege
in. Wacht totdat de camera de belichting en scherpstelling automatisch
bijstelt.
Specificeren van het Autofocus gebied (AF gebied)
Intelligent
De camera stelt automatisch het scherpstelpunt vast op het
beeldscherm en stelt daarop scherp (intelligente AF).
• Gezichtsdetectie (pagina 46) werkt automatisch.
Puntmeten
Deze modus verzamelt metingen van een klein gebied in het
midden van het beeld. Deze instelling werkt goed met
scherpstelvergrendeling (pagina 42).
Meervoudig
Wanneer u de sluitertoets halverwege indrukt terwijl deze
instelling geselecteerd is, selecteert de camera het optimale
Autofocus gebied van de negen mogelijke gebieden. Het
scherpstelkader van het gebied waar het camera op scherpstelt
wordt aangegeven in groen.
Traceren
Door de sluitertoets half in te drukken wordt scherpgesteld op
het onderwerp en zal het scherpstelkader de bewegingen van
het onderwerp gaan traceren.
Komentarze do niniejszej Instrukcji